Plagen

Als buitenstaander kan het gedrag van leerlingen die elkaar plagen of ruzie hebben er hetzelfde uitzien als bij pesten. Bij plagen is het niet steeds tegen dezelfde leerling gericht en is er geen machtsongelijkheid. De bedoeling is duidelijk negatiever als het om pesten gaat. Als een leerling geplaagd wordt wordt hij niet buitengesloten, maar is de bedoeling juist om elkaar aan het lachen te maken.

Ruzie

Bij ruzie is er sprake van een conflict dat meestal gaat over een situatie of zaak. Bij een ruzie gebruik je argumenten op een emotionele (boze) manier. Meestal wordt een ruzie gewoon bijgelegd. Er is bijna geen machtsongelijkheid; beide leerlingen voelen zich sterk genoeg om de confrontatie aan te gaan.

Pesten

Een definitie van pesten die vaak wordt gebruikt is die van Dan Olweus: ‘Iemand wordt gepest wanneer hij of zij herhaaldelijk en langdurig wordt blootgesteld aan negatieve handelingen door één of meer personen’. Deze definitie wordt regelmatig door verschillende bronnen aangevuld met de volgende criteria:

  • Er is sprake van een negatieve bedoeling.
  • De negatieve handelingen zijn structureel tegen dezelfde persoon gericht.
  • Er is sprake van machtsongelijkheid.

Als docent kunt u de volgende les downloaden:

2a Workshop 1 verschil plagen en pesten 2015
250 downloads

Alternatieve opdracht 1

Na het bespreken van de uitleg hierboven, weet je het verschil tussen pesten, plagen en ruzie. Zou je je nu ook kunnen voorstellen dat van plagen of ruzie uiteindelijk pesten voortkomt?

Schrijf een verhaal van ongeveer 100 woorden waarin je begint bij een onschuldige plagerij of discussie, die oploopt tot pesten. beschrijf hoe dat in zijn werk gaat. Wat de gevoelens zijn van de verschillende partijen en beschrijf daarna hoe het opgelost is.

Lees een aantal van de verhalen voor in de klas en bespreek ze met elkaar.

Alternatieve opdracht 2

Bedenk wat er nodig is voor de groep om een fijne sfeer te houden, dit is je doel.

Schrijf boven aan je blad: 'recept voor een fijne klas'.

Vervolgens schrijf je op hoe je dat kunt laten mislukken. Wat moet je doen om je doel nooit te bereiken. Dit verhaaltje schrijf je op in de vorm van een recept voor een gerecht. ‘Men neme een lepel ongeïnteresseerdheid, 2 ons scheldwoorden…’

 

Door te bedenken wat je juist niet moet doen, weet je vaak automatisch wat je wel kunt doen:

Hang de recepten op in de klas en bespreek samen wat je kunt doen om het doel van een fijne klas, waarin niemand wordt buitengesloten of gepest, te bereiken.